» Ik was geconcentreerd aan het luisteren naar de ruwe bestanden van deze cd en toen ging de deurbel. Nogal storend, want ik was net aan het genieten van de frisse benadering, de taal en vooral: de uitspraak. Ik was er een beetje in kwijt geraakt. Dus ik vergat het volume lager te zetten en deed de deur open. Daar stond ze. De buurvrouw. Wat of daar allemaal gaande was, daar vlak achter mij, en ze probeerde langs mij heen te kijken, nieuwsgierig naar wie dat vreemde en ongemakkelijke orgelgeluid teweegbracht in mijn huiskamer. Ik kreeg het gevoel daar, in de deuropening, terwijl mijn broer net volkomen losging op dat orgel uit ‘de Vermaning’ daar in Zaandam en de niet mis te verstane resultaten daarvan aan alle kanten langs mij heen de gang op klaterden, dat ik die man was die ooit op de televisie van onze jeugd gefilmd en geïnterviewd werd terwijl hij luisterde naar de Matthäus Passion vooral ook om luidkeels mee te zingen. Ik werd overmand door dezelfde mengeling van schaamte, rood hoofd, betrapt worden, en de behoefte te getuigen van mijn trots op een of andere manier. Iets kenbaar te maken. Betrapt. Ik stamelde iets van: ‘Nou, kijk, ik heb een broer …’, terwijl ik had willen zeggen: ‘Ja, kom binnen. Dit is geweldig. Kunnen we samen luisteren. Moet je horen hoe mooi, hier moeten we samen van genieten, wat een rijkdom aan klanken en geluiden en wendingen, wat een gebrul en gerommel, gekakel en geklets, wat klopt en kronkelt het, wat een gezucht en gefluister, wat een melodie en ritme.’ En dan had ik willen vervolgen met: ‘Ik, als luchtkind, vind dit fantastisch. Vooral ook omdat die broer van mij meer een aardekind is, of een vuurkind, dat weet ik niet precies, maar hij weet op deze cd – zijn nieuwste – zo exact te ontsnappen aan zowel de landerigheid (aan de ene kant) als de heiligheid (andere kant) van de oorspronkelijke geloofscontext van die orgelwereld. Sonoor, met drama, maar ook lichtvoetig, sprankelend, soms prachtig wegstervend, verflauwend, dan weer aanzwellend zoals Cor Steyn het als geen ander kon. Ken je die? Die was erg belangrijk in onze jeugd. Hij exploreerde de grenzen van het orgel op zijn eigen manier. Hij bepaalde zelfs – zover durf ik te gaan – de pracht van de madeliefjes in de spoordijk tegenover het huis van onze kindertijd.’ Die buurvrouw dacht er het hare van, maar zag dat het met mij in orde leek en is huiswaarts gegaan. « Hans Janssen